Studenten in het mbo en hbo krijgen tijdens stages en bij het afstuderen bijna allemaal te maken met onderzoek. Het gaat dan om praktijkgericht onderzoek in hun toekomstige werkveld. Geen enkele drukbezette professional zit te wachten op de lappen tekst met irrelevante informatie die studenten produceren en die docenten moeten beoordelen. De lezer (opdrachtgever) heeft geen tijd om het hele rapport te lezen en wil een helder antwoord op zijn adviesvraag ‘Vertel of laat zien wat ik moet doen?‘.
Om te voorkomen dat het eindproduct een veel te lang, onduidelijk rapport wordt, vind je op deze pagina praktische en inhoudelijke tips.
Produceer niet een lap tekst, waarin de lezer (opdrachtgever/docent) op zoek moet naar het onderwerp, de doelstelling, de hoofd- en deelvragen en de methode van onderzoek. Nee, een ontwerp vraagt om zichtbaarheid van de beoogde stappen. Een tabel leent zich daar uitstekend voor. Dáár wordt jouw lezer blij van.
De inhoud van een tabel is voor de lezer toegankelijk en eenvoudig te beoordelen. Zo ontstaat een inhoudelijke discussie over het onderzoek tussen de onderzoeker (of student) en de opdrachtgever (of docent). Het cruciale denkwerk van een onderzoekstraject zit in dit ontwerp. Neem daar ruim de tijd voor. Zit het ontwerp niet goed in elkaar, dan is al jouw werk daarna zinloos.
Inhoud onderzoeksontwerp
Onderdelen van het onderzoeksontwerp, toegankelijk gepresenteerd in een tabel:
- onderwerp van het onderzoek
- probleemstelling of management- of adviesvraag van de opdrachtgever
(vraag van de opdrachtgever is ‘Wat moet ik DOEN om …’ - hoofdvraag (of centrale vraag) van het onderzoek
(vraag van de onderzoeker is ‘Wat moet ik WETEN om de opdrachtgever advies te geven?’) - onderzoeksdoelstelling (beschrijven, verklaren of toetsen)
- operationalisatie van de termen uit de hoofdvraag (mbv deskresearch) in:
- onderzoekseenheden (mensen, dossiers of dingen)
- kenmerken (meetbare eigenschappen van de eenheden, variabelen)
- deelvragen met vermelding per deelvraag van
- soort onderzoek
- bij deskresearch (reeds vastgelegde gegevens): literatuur- en ander bronnenonderzoek
- bij fieldresearch (nieuwe gegevens): kwantitatief of kwalitatief
- meetinstrument (weegschaal, vragenlijst, checklist, etc.)
- analysemethode
- wijze van presenteren (bijvoorbeeld grafiek, lijst, tabel, woordenwolk, beschrijving, rapport, demonstratie…)
- soort onderzoek
Uitvoering van het onderzoek
Heb je goedkeuring op het ontwerp, dan pas ga je aan de slag met de uitvoering van je onderzoek: dataverzameling en invoer van de verzamelde data. Dit is de uitvoerende fase die relatief veel tijd kost.
Na afronding van de dataverzameling en data-invoer (bijvoorbeeld in Excel of SPSS bij kwantitatief onderzoek) voer je de analyses uit om uiteindelijk tot een conclusie te komen, het antwoord op de hoofdvraag. Vervolgens (indien gewenst) formuleer je aanbevelingen of ontwikkel je een prototype van de oplossing. De laatste stap is de rapportage of presentatie van het gehele traject.
Adviesrapport, een verwarrende term
Moet je een adviesrapport schrijven? Deze term is verwarrend. Een rapport is per definitie een tekst waarin je vastlegt wat gebeurd of gedaan is. Een audit-rapport, een onderzoeksrapport, een evaluatie-rapport… Een ‘adviesrapport’ is feitelijk een onderzoeksrapport dat je afsluit met een advies (voor de toekomst) aan de opdrachtgever.
In een ‘adviesrapport’ geef je advies op basis van onderzoek. Een onderzoeksrapport zonder advies bestaat zeker, maar komt veel minder vaak voor. In het onderwijs geldt doorgaans, dat er sprake is van een (fictieve) opdrachtgever met een adviesvraag. De opdrachtgever zoekt een oplossing voor een bepaald probleem. Om dat advies te kunnen geven, moet je als student onderzoek uitvoeren.
Een adviesvraag is een vraag naar hoe iets gedaan moet worden. Een onderzoeksvraag is een vraag naar informatie.
Formulering in een rapport
Voorbeelden en tips voor de formulering van de teksten in een onderzoeksrapport vind je op deze pagina. Hier vind je een opzet voor een ‘adviesrapport’ op basis van logische lezersvragen van je opdrachtgever.
Tekststrategie voor een ‘adviesrapport’
In elke (werk)situatie doen zich vragen, uitdagingen en problemen voor. Om antwoorden en oplossingen te vinden raadpleeg je een deskundige of een betrouwbare informatiebron. Dat is vaak genoeg. Soms is onderzoek nodig. Bij een onderzoek hoort een rapportage, waarin je advies (aanbevelingen voor een oplossing) geeft op basis van de conclusies van een onderzoek.
Hoe pak je de rapportage van een onderzoek aan met tekststrategie? We kiezen in STAP 2D voor een geschreven rapport . Het voorwoord is een aparte tekst met een eigen TVF, waarin je als schrijver bewondering of respect (1B) wilt oproepen bij je lezer. Het rapport zelf schrijf je volledig in de 3de persoon. Deze perspectiefkeuzes zijn te beschouwen als de keuzes in 2C in relatie tot 1B, het gevoel dat je wilt oproepen bij de lezer/opdrachtgever.
De structuur (STAP 3A) van een ‘adviesrapport’ baseer je op de vragen, waarop jouw lezer (2A) een antwoord verwacht. Schrijf je als leerling of student een rapport, dan is de ‘ideale lezer’ niet je docent. De docent hanteert weliswaar beoordelingscriteria voor de uitvoering (3A, B & C), maar de inhoud (1A, 2B, 1C) is afgestemd op de adviesvraag van je externe of fictieve opdrachtgever.
Een ‘adviesrapport’ bevat in ieder geval de volgende hoofdstukken met antwoorden op de vragen van jouw beoogde lezer.
Kennismaken met tekststrategie voor onderzoek?
Gratis kennismaken met tekststrategie kan tijdens een Introductie Tekststrategie van 1,5 uur. Je leert werken met de tool, TVF. Bekijk de data en meld je aan.
Introductie